Leerlingen over de actualisatie van de examenprogramma’s Friese taal en cultuur

Redactie Geplaatst op 26 april 2024

De stem van leerlingen bij de actualisatie van examenprogramma’s is natuurlijk onmisbaar. Gedurende dit traject worden leerlingen op verschillende momenten geraadpleegd. Wat vinden zij belangrijk?

In juni 2023 zijn gesprekken met Friese leerlingen gevoerd over het schoolvak Friese taal en cultuur. Nu de commissie toewerkt naar een complete set eindtermen, zijn commissieleden opnieuw met leerlingen in gesprek gegaan over hun perspectief op het vak. In totaal werkten zeventig bovenbouwleerlingen (vmbo, havo en vwo) van verschillende scholen mee aan dit leerlingpanel. Zij vulden eerst een vragenlijst in en gingen daarna met leden van de vakvernieuwingscommissie in gesprek. Deze combinatie bleek goed te werken: in het gesprek werd dieper ingegaan op de antwoorden, vaak met verrassend resultaat. We delen hieronder een aantal inzichten.


Taal of cultuur?

Onderwerp van gesprek was onder andere de focus in de lessen op taal of op cultuur. Ongeveer 40% van de leerlingen koos voor taal, 30% voor cultuur. Voor de resterende 30% geldt: voor beide evenveel. Wat de motivatie van ‘taalleerders’ betreft: ze willen (beter) Fries leren. Doorvragend blijkt dat bij de Friestaligen de voorkeur uitgaat naar meer lessen over schrijven, bij Nederlandstaligen gaat het meer om spreekvaardigheid Fries.

Een kleiner aantal leerlingen - vooral op havo en vwo - wil wel les over taal als fenomeen: taalbeïnvloeding (‘Us mem seit dat wy slecht Frys prate, menear!’), taalverbinding (de ervaren verbondenheid met de taal) en taalstatus.

Leerlingen die meer cultuurlessen willen, geven als reden: ik woon hier en ben met name benieuwd naar de geschiedenis van Fryslân, naar het ontstaan en de achtergrond van culturele fenomenen. Een aantal leerlingen geeft aan het vreemd te vinden dat je op school wel les krijgt over de geschiedenis van bijvoorbeeld Duitsland en Engeland, maar niet over je eigen omgeving. Drie leerlingen verbinden hun keuze aan hun vervolgopleiding. Zij willen in Fryslân blijven en bijvoorbeeld in de zorg gaan werken en vinden dat je met meer kennis van taal en cultuur ‘better mei de minsken prate kinne.’

In de geactualiseerde examenprogramma's nemen we deze opvattingen van leerlingen ook mee: beter Fries leren is niet alleen beter spreken, lezen en schrijven, maar ook meer begrip krijgen voor waar je vandaan komt en in welke regio je woont.


Kern of keuze?

Een flinke meerderheid van de leerlingen, vooral op havo en vwo, wil graag wat te kiezen hebben in het examenprogramma. Met name omdat je dan iets kunt doen wat je zelf interessant vindt. Desgevraagd komen er direct voorbeelden: ‘Skûtsjesilen, want mijn vader is bemanningslid van een skûtsje!’, ‘Mijn dorp, want er staat nog een oude stins en mijn basisschool is genoemd naar een beroemde schrijver’. Vmbo-leerlingen zijn wat gereserveerder: het is leuk, maar dan moet je wel goede begeleiding van je docent krijgen. Een aantal leerlingen legt verband met wat ze eerder al bij Fries hebben gehad, bijvoorbeeld op de basisschool en/of in de onderbouw van het vo. Daarbij vonden ze het vooral interessant om de omgeving te verkennen; buiten het schoolgebouw, in contact met andere mensen.

Desgevraagd gaf een enkeling aan ook wel te willen kiezen voor een module om hun taalvaardigheid te verdiepen, vooral als deelname zou leiden tot een beter eindcijfer. Bij de keuze voor Friese taal en cultuur in het vakkenpakket speelt voor velen, zeker bij Friestaligen, (ook) de overweging mee dat Fries een compensatiecijfer kan zijn.

We merken dat de meeste leerlingen zelf een verdiepingsslag willen maken binnen het vak Friese taal en cultuur, passend bij hun interesse. Naast een kerncurriculum waarin taalvaardigheden en kennis over taal en cultuur voor alle leerlingen wordt aangeboden, stelt de vakvernieuwingscommissie daarom keuzedomeinen voor. Leerlingen krijgen daarin de kans om kennis en vaardigheden te verdiepen en te verbreden vanuit eigen interesses.


Het (centraal) examen Fries

Een flinke meerderheid van de ondervraagde leerlingen is bekend met de huidige inrichting van het examen. Verschillende leerlingen hebben ter voorbereiding al geoefend met examens uit voorgaande leerjaren. De ervaring? Dat was wel te doen. Algemene kritiek: de teksten zijn lang en meestal niet erg spannend. Een havo-groep heeft ook al kennis gemaakt met het examen Engels. De leerlingen vonden dat leuker, omdat dat examen afwisselender was. Op de vraag of je andere vaardigheden in een examen zou moeten opnemen, bleek meer dan de helft positief. Opvallend daarbij: schrijven werd niet op voorhand afgewezen, terwijl schrijfvaardigheid Fries toch als pittig wordt ervaren.

Kanttekeningen bij een eventuele schrijfopdracht: die moet niet te lang zijn en bovendien moet de beoordeling gebaseerd worden op inhoudelijke aspecten en niet op grammatica en spelling (‘Met al die rare streepjes en dakjes’.). De suggestie om ook een kijk-/luisteropdracht in het examen op te nemen werd door een kleine meerderheid van de leerlingen positief ontvangen: meestal waren zulke opdrachten niet moeilijk. Of die verschillende opdrachten binnen het examen dan verbonden moesten zijn, bijvoorbeeld thematisch, stuitte bij sommigen op bezwaren: dat zou saai kunnen uitpakken en bovendien zou het zomaar om een thema kunnen gaan waar je ‘niks mee hebt’. Daarentegen kon je er, volgens anderen ook voordeel van hebben ‘als je het een lekker onderwerp vond, bijvoorbeeld over het Friese paard’.

De vakvernieuwingscommissie neemt de suggesties en reacties van leerlingen op nieuwe vormen en mogelijkheden binnen het centraal examen mee in de voorstellen voor een nieuwe SE/CE-verdeling.

Wil je dit Delen?

blijf op de hoogte

Altijd als eerste op de hoogte van de laatste ontwikkelingen? Meld je dan aan voor onze automatische updates. Je ontvangt dan een e-mail als wij een nieuwsbericht plaatsen.

Aanmelden updates

* zijn verplicht
Vakken